Reglementen

  • Het Binnenvaart Politie reglement
  • De bepalingen van het KNWV (“De regels voor wedstrijden 2001-2004”);
  • De klassevoorschriften voor lelievletten (zie vademecum nr.8);
  • De bepalingen in de uitnodiging
Dit reglement is op 2 september 2015 tijdens de Admiraliteitsraad aangenomen en vervangt het oude reglement van juni 2006.
De leiding van de wedstrijden berust bij de Weco. De Weco mag de leiding van een wedstrijd, het behandelen en beslissen van protesten of welke andere taken ook, overdragen aan één of meer subcommissies. Deze, indien benoemd, vallen tevens onder het begrip Weco, waar dit verder ook wordt gebruikt.
Boten worden alleen geaccepteerd indien:
  • dit standaard uitgeruste lelievletten zijn (zie art. 3)
  • goedgekeurd door of namens de Technische Commissie (TC).
  • eventuele aanwijzingen van de TC t.b.v. veiligheid aan schip of tuig uitgevoerd zijn.
  • er een bemanningslid met C.W.O. Kielboot 3 of hoger aan boord is. Indien deze niet beschikbaar is, kan de Weco in incidentele gevallen dispensatie geven.
  • er voor ieder bemanningslid een reddingsvest aan boord is.
De Weco kan steekproefsgewijs de deelnemende boten controleren. Wanneer niet is voldaan aan de richtlijnen, kan dit uitsluiting of diskwalificatie tot gevolg hebben.
  1. Zeilen:

    Standaardcasco-lelievlet met 12 m² zeiloppervlakte, zeilnummer in het zeil; het grootzeil dient uitsluitend bevestigd te zijn door middel van een rijglijn aan de mast en een marllijn aan de giek en gaffel. Rails en vergelijkbare methoden zijn niet toegestaan. Er mag geen gebruik worden gemaakt van klemmen om de schoten vast te zetten. De verplichte inventaris aan boord vanaf het moment van uitvaren tot het moment van terugkeer in de haven is:
    • 4 riemen en dollen en eventueel één wrikriem;
    • 2 doften;
    • 4 vlonders;
    • 1 anker van minimaal 7 kilo voorzien van een ankerlijn van minimaal 15 meter lengte;
    • 1 hoosemmer of hoosvat;
    • 1 protestvlag (groepsdas);
    • per bemanningslid 1 goedgekeurd reddingsvest;
  2. Roeien:

    Standaardcasco-lelievlet met mast en roer. De verplichte inventaris aan boord vanaf het moment van uitvaren tot het moment van terugkeer in de haven is:
    • 5 riemen en 4 dollen en eventueel één wrikriem;
    • 2 doften;
    • 4 vlonders;
    • 1 hoosemmer of hoosvat;
    • 1 protestvlag (groepsdas);
    • per bemanningslid 1 goedgekeurd reddingsvest;
    • een bord met duidelijk leesbaar het vletnummer erop aan de vlet bevestigt. De afmetingen van dit bord moeten zijn:
      minimaal 30 x 40 cm, witte achtergrond,
      zwarte cijfers van minimaal 20 cm hoog en 2,5 cm dikte.
  3. Wrikken:

    Dezelfde uitrusting als bij artikel 3.2. Voor het wrikken mag een wrikriem worden gebruikt.
  4. Lange afstand roeien:

    Standaardcasco-lelievlet met roer, de mast mag worden verwijderd. De verplichte inventaris aan boord vanaf het moment van uitvaren tot het moment van terugkeer in de haven is:
    • 7 riemen en 6 dollen en eventueel één wrikriem;
    • 2 doften;
    • 4 vlonders;
    • 1 hoosemmer of hoosvat;
    • 1 protestvlag (groepsdas);
    • per bemanningslid 1 goedgekeurd reddingsvest;
    • nummerbord zoals in art. 3.2 is omschreven.
De samenstelling van de bemanning dient vooraf aan de Weco opgegeven te worden en kan daarna NIET meer gewijzigd worden.
  1. Zeilen, roeien, wrikken:

    • verkenners: minimaal 5 personen. Eén bemanningslid mag 16 jaar zijn, alle anderen moeten onder de 16 jaar zijn.
    • wilde vaart: minimaal 4 personen van 14 t/m 18 jaar.
    • loodsen/leiding: minimaal 3 personen, geen leeftijdsgrenzen.
  2. Lange afstand roeien:

    • verkenners: minimaal 7 personen van 10 t/m 16 jaar.
    • wilde vaart: minimaal 6 personen van 14 t/m 18 jaar, plus een roerganger. De roerganger mag jonger zijn.
    • loodsen/leiding: minimaal 7 personen, geen leeftijdsgrenzen.
  1. Zeilen:

    De startlijn en de finish is een rechte lijn tussen een boei en de mast van het startschip of zoals aangegeven door de Weco. De wedstrijdbaan wordt tijdens het palaver voorafgaande aan dit wedstrijdonderdeel bekendgemaakt. (pen meenemen voor het intekenen van de uitgedeelde wedstrijdkaartjes).
  2. Roeien:

    De start en finish zijn 2 rechte lijnen, die evenwijdig aan elkaar gevormd worden door boten en/of boeien. Deze lijnen worden tijdens het palaver voorafgaande aan dit wedstrijdonderdeel duidelijk aan de bootslieden getoond. Deelnemende boten dienen een zo recht mogelijke baan aan te houden, haaks ten opzichte van de startlijn.
  3. Wrikken:

    Dezelfde procedure als bij roeien. (artikel 5.2)
  4. Lange afstand roeien:

    De start en finish worden tijdens het palaver voorafgaande aan dit wedstrijdonderdeel duidelijk aan de bootslieden getoond.
  • Er dient vooral eerlijk en sportief gevaren te worden.
  • Indien een vlet een hindernis raakt of te vroeg de startlijn passeert, mag hij deze fout herstellen door de 360° of 720° regel uit te voeren, zie artikel 8.2
  • Elke vlet moet de voorgeschreven baan juist bevaren.
  • Er mag tijdens de wedstrijd niets aan of van boord gebracht worden, behalve hooswater.
  • Een vlet moet de wedstrijd staken om een in nood verkerend persoon of schip hulp te verlenen.
  • De vlet mag slechts voortbewogen worden met de daartoe bestemde standaardmiddelen, dus d.m.v. de zeilen bij de zeilwedstrijd en riemen bij de roeiwedstrijd.
  • Stabiliteit mag niet bereikt worden door het gebruiken van hulpmiddelen, zoals trapeze.
Tijdens de wedstrijd houden controle-boten toezicht op de gang van zaken. De bemanning van deze boten brengt tijdens of direct na de wedstrijd verslag uit bij de Weco. Een vlet kan gediskwalificeerd worden, of een aantal plaatsen teruggezet of naar de laatste plaats, indien hij zich niet aan één van de gestelde regels houdt. De beslissing hiertoe ligt bij de Weco. Deze beslissingen zijn bindend en niet ter discussie. Deze beslissing wordt mede gedeeld aan de bootsman van de betreffende boot.
  1. Startprocedure:

    • Aan het startschot/signaal gaan enkele waarschuwingssignalen vooraf.
    • 10 minuten sein: de vlag met de seriekleur gaat omhoog op het startschip, gevolgd door één lang geluidssignaal.
    • 5 minuten sein: 4 gekleurde ballen worden op het startschip gehesen.
    • 4, 3, 2, 1 minuut sein: steeds wordt één bal omlaag gehaald.
    • startsein: De vlag met de seriekleur wordt gestreken en tevens wordt een lang geluidsignaal gegeven.
    • Direct hierna wordt de serievlag voor de volgende serie gehesen. Dit is het 10 minuten sein voor die serie.
    • De artikelen 4a, c, d en 8 van deel 2 van het Vademecum zijn van toepassing.
  2. Wedstrijdregels:

    De normale uitwijkregels zijn van toepassing.
    • Het BPR blijft ten allen tijde van toepassing.

      Aanvaringen dienen voorkomen te worden, zelfs indien daarmee voorschriften overtreden zouden worden.
    • Omhoog loeven is toegestaan.
    • Bij hindernissen dient de binnenliggende vlet ruimte te vragen en te krijgen. Hindernissen mogen niet geraakt worden. Bij het raken van boeien, keerschepen of merktekens is de 360° -regel van toepassing. Indien een vlet een merkteken raakt, kan het zijn fout herstellen door zich zo spoedig mogelijk geheel van alle andere vletten vrij te varen, terwijl het vrij blijft onmiddellijk een compleet rondje (360°) draaien, met eenmaal overstag en een gijpmanoeuvre.
    • Bij recht op ruimte is aanroepen verplicht.
    • Bij overtredingen is de 720° -regel van toepassing. Een lelievlet kan een overtreding en / of een aangezegd protest met betrekking tot het echt van de weg goedmaken c.q. ongedaan maken, door de 720° -regel toe te passen. Dit wil zeggen dat men zo snel mogelijk moet vrijvaren en vrij blijven van de andere lelievletten en twee complete rondjes draait, in dezelfde richting met twee keer overstag gaan en twee gijpmanoeuvres. Andere boten mogen van het toepassen van de 720° -regel geen hinder ondervinden. Indien de overtreding voor het startsein plaatsvindt, dient men de regel zo spoedig mogelijk na het startsein toe te passen.
    • Eerlijk zeilen is de "fundamentele regel" Een vlet met zijn bemanning mogen uitsluitend aan de wedstrijden deelnemen door te zeilen, daarbij gebruik makend van hun snelheid en bekwaamheid. Dit alles in overeenstemming met de voorschriften en met erkende beginselen van eerlijk spel en sportiviteit. Deze regel verbiedt personen die zich niet in de wedstrijdboot bevinden om aanwijzingen op welke wijze dan ook te geven.
    • Na het passeren van de finishlijn dient men deze zo snel mogelijk vrij te maken en anderen niet te hinderen.
    • Alvorens weer de haven in te varen, dienen de zeilen gestreken te worden.
    • De Weco kan een wedstrijd voortijdig laten beëindigen door het instellen van een periode waarin gefinisht dient te zijn na de winnaar van de betreffende wedstrijd. De gebruikte periode zal door de Weco voor de wedstrijd tijdens de palaver bekend gemaakt worden.
  1. Startprocedure:

    • De series worden door de havenmeester of Weco opgeroepen naar de tuigsteiger te komen. Daar wordt een sleep geformeerd; de volgorde wordt bepaald door de havenmeester of Weco.
    • De volgorde in de sleep is ook de volgorde op de startlijn.
    • Indien een boot de aanwijzingen niet opvolgt geeft de Weco een waarschuwing. Bij het herhaalt niet opvolgen van de aanwijzingen van de Weco volgt diskwalificatie.
    • "Klaar voor de start" is het waarschuwingsignaal vlak voor de start.
    • startsein: Er wordt een lang geluidsignaal gegeven.
    • Bij de start van de wrikwedstrijden mag de boot op zijn plaats worden gebracht/gehouden door 2 mensen aan de riemen. Na het startsignaal dienen de riemen onmiddellijk binnenboord gelegd te worden.
    • Bij een door de startmeester geconstateerde valse start, zal er een duidelijk herkenbaar signaal worden gegeven; de deelnemende vletten dienen zich direct weer te formeren in een sleep om zo terug te gaan naar de startlijn en de instructies van de startmeester op te volgen.
  2. Wedstrijdregels:

    • Het hinderen van andere vletten is niet toegestaan.
    • Na het passeren van de finishlijn dient men deze zo snel mogelijk vrij te maken en anderen niet te hinderen.
    • Schepen die de haven verlaten hebben voorrang.
  • Een protest kan worden ingediend door de bootsman van een boot direct (tot 15 minuten) na de gevaren wedstrijd.
  • Tijdens de finish moet men duidelijk kenbaar maken dat men een protest wil gaan indienen door middel van het zwaaien met de groepsdas vanaf het achterdek.
  • Het protest moet schriftelijk worden ingediend en worden voorzien van een situatietekening.
  • Het protest wordt geschreven in een door de Weco ter beschikking gestelde ruimte.
  • Zo spoedig mogelijk na het indienen van het protest zal het in behandeling genomen worden.
  • De uitslag zal aan de betrokken bootsman(nen) mondeling worden medegedeeld.
De bootsman van elke boot krijgt in het palaver voorafgaande aan de wedstrijd een vaantje uitgereikt in de kleur van zijn serie. Dit dient binnen 15 minuten na het beëindigen van de betreffende serie weer bij de Weco te worden ingeleverd. Bij niet nakomen kan diskwalificatie volgen.
  • Voor het naar de start brengen of het terug naar de haven brengen mogen motorschepen gebruikt worden.
  • Ten behoeve van de veiligheid en/of supporters mogen tijdens de wedstrijden (motor-)schepen gebruikt worden. Deze schepen mogen nimmer in de wedstrijdbaan varen voor de wedstrijdboten/deelnemers en verder op enige wijze hinderlijk zijn voor de wedstrijdboten. Het niet naleven van deze regel kan van invloed zijn op het groepsklassement.
  • Het varen van motorboten in de haven dient ten allen tijde voorzichtig en met zeer matige vaart te geschieden. Aanwijzingen hieromtrent van of namens de Weco dienen opgevolgd te worden.